Loopgroep Berlikum traint op dinsdagavond 19.30-20.30 en op donderdagavond 19.30-20.30. Locatie: sportcompleks van SC. Berlikum. Proefles of informatie: loopgroepberlikum@hotmail.com

donderdag 5 september 2013

DAMWALDRIN

Gerben en Grietsje in actie tijdens de Damwaldrin

Damwalrin, Damwoude. Zaterdag 24 augustus

Uitslagen:
10 km, Aafke Keizer Zijlstra  1:05:45  16 km, Gerben Ellerlie  1:27:47  Grietsje van der Schaaf  1:27:47

woensdag 10 april 2013

DE 60 VAN TEXEL, OVER AFZIEN EN DOOR GAAN


Liefhebbers                                                                                                                               Wie wil er nou niet hardlopen op een strand met zicht op zee en duinen? Wie wil er niet hardlopen over fietspaden in een licht glooiend duinlandschap? Of gaat de voorkeur meer uit naar het open polder landschap met schapen, koeien en/of paarden in het weiland, of verkies je de bekoring van de waddenkust bij laag water? Of zeg je geef mij maar de beschutting van een bos? Kun je de keuze niet maken dan zit er niets anders op dan mee te doen aan het rondje Texel, een hardloopwedstrijd over 60 kilometer over strand, door duinen en bos, langs het wad en door de polders. Als je niet genoeg genoten hebt onderweg, of je wilt je vergewissen of je alles wel gezien hebt dan mag je het rondje nog een keer lopen, zodat je na afloop 120 kilometer op de teller hebt staan.
Het begint met een goede voorbereiding en planning
Waarom                                                                                                                                    “Wat bezielt de mens, de hardlopende mens?” Ik vroeg het aan Alco de Jong uit Sint Annaparochie, een van de deelnemers aan de 60 km race. Hij haalde de schouders op, lachte en vertelde dat-ie werd uitgedaagd door een paar loopvrienden na afloop van “De Slachte” marathon en bovendien leek het hem wel wat. De loopvrienden kwamen tot inkeer. En zo stond hij daar op die tweede paasdag. Denk nou niet dat-ie daar alleen stond. Nee, zeker 400 collega’s hadden zich verzameld bij het NIOZ op Texel. Ik vroeg me af of de ultraloper uiterlijk is te herkennen. Maar hoe ik ook keek, ik kon geen specifieke kenmerken ontdekken. Je ziet dezelfde magere altijd hardlopende en hongerende vel over been mens, je ziet goed gebouwde en atletische lichamen die tot in details voldoen aan het ideaal beeld van de super atleet. Maar ook de minder bevoordeelde mens is aanwezig. Kortom: het is een doorsnede van de vele joggende, van de hardlopende mannen en vrouwen.

We gaan er voor
Volgen
Wij volgen Alco op de voet. Wij zijn, Arjen Visserman (als trainer/coach)en meeloper als fietsers, Jacqueline, de vrouw van..., Aline en Elze, de dochters van.... en Karin Verploeg met de auto. Het is fris, er staat een stevige wind uit de noordoost hoek die in de loop van de dag nog wat zal aantrekken. De start verloopt zoals altijd: een opgewonden stelletje “jonge” honden staat te trappelen achter de startlijn, ongeduldig wachtend op het sein om te vertrekken. Zij realiseren zich dat ze voorlopig nog niet thuis zijn. Ze weten dat ze maximaal 7 uren de tijd hebben om het rondje Texel te voltooien. Dus het hoeft ook niet echt heel hard te gaan, maar het is wel ver. Stel dat ze 9 kilometer per uur lopen dan zouden ze in 7 uren een 63 kilometer hebben weg gelopen. Dat rekensommetje hebben de meeste lopers wel gemaakt.

De start, 500 deelnemers aan de 60 van Texel
Onderweg                                                                                                                                   Het zijn de “professionals” die er direct in een hoog tempo van door gaan. Natuurlijk zijn er altijd optimisten die volgen. Zo ontstaan op die eerste kilometers al vrij snel gaten in het peloton en worden er al wat groepjes gevormd. De gezichten staan vrolijk, de stemming zit er goed in met de wind in de rug, er wordt (nog) druk gepraat. Wij zijn achter de laatste lopers ook gestart. Dus moeten we op zoek naar onze Alco. Op weg naar de Mokbaai is de weg breed. Al slalommend vinden we hem ergens midden in het peloton. Hij voelt zich goed, is blij dat-ie vlak voor de start zich nog heeft ontdaan van zijn dubbele jack. Even later moeten we hem voor enige tijd aan zijn lot overlaten. De lopers nemen een duinovergang om vervolgens de eerste beproeving te ondergaan op het strand richting paal 12. Wij ploeteren er heen tegen de wind in over een geasfalteerde route. De zon schijnt volop. De verwachting is dat Alco om ongeveer 11.45 daar zal arriveren. Als wij ons strategisch hebben opgesteld en het strand afkijken in zuidelijke richting zien we heel in de verte de eersten al aan komen. Maar als ze dichterbij komen zijn het deelnemers aan de 120 km, die aan hun tweede 60 km bezig zijn. En dat is duidelijk te zien: het lopen gaat wat op z’n zachtst gezegd wat moeizaam, de benen hebben het zwaar, het bovenlichaam beweegt ook al niet soepel meer, maar als ze  voorbij komen en wij bemoedigende woorden spreken, weten de meesten nog een lach op het gezicht te toveren.

60 kilometer is al zwaar, strand op en af maakt het loodzwaar
Volgens schema                                                                                                 Op de “afgesproken” tijd arriveert Alco bij de duinovergang. Hij neemt wat te drinken aan bij de verversingspost en vervolgt welgemoed zijn weg. De wind pal tegen. Wij bereiden hem voor op het traject in de luwte van het bos over ruim een kilometer. Volgens Alco viel het strand best mee, hier en daar wat zoeken naar de harde ondergrond, alleen de duinovergang was echt zwaar door het mulle zand. Al keuvelend naderen we het bos. Eenmaal in de luwte, verlost van de straffe wind, klaart iedereen op. Het lijkt wel of men vleugels heeft gekregen. Het tempo gaat omhoog. De teller staat nu dan ook op ruim 11 km per uur. Alco haalt in, maar wordt ook voorbij gelopen. Niets bijzonders. Er wordt veel gepraat. Even voor ons loopt een man in het rood wat in zich zelf te mopperen. Als ik hem aanspreek en vraag naar zijn ervaring vertelt-ie dat zijn rug/waterzak lekt, dat zijn shirt zeiknat is en dat-ie de pest in heeft. Hij veronderstelt dat-ie bij een verversingspost het probleem wel kan oplossen. Ik fiets een eindje met hem op en probeer hem wat op te vrolijken. Hij laat het wat gelaten over zich heen gaan. We passeren het 15 km punt, de eerste wisselplaats voor de estafette. Ik verlies de onfortuinlijke rode loper uit het oog. Nog een tweetal beschutte kilometers en dan buigt het parcours naar links de duinen in. Voor de tweede maal naar het strand.

Alco na het tweede deel strand "dat viel zwaar"
Even wat anders                                                                                                                  Wij, met z’n zessen, wachten af. Het is een lastige duinovergang met een drietal zeer steile klimmetjes. Zij die naar beneden komen, ogen vermoeid. Je kunt zien dat ze het zwaar hebben gehad. Alco arriveert een tiental minuten achter op het schema. Op het strand heeft hij veel moeite gehad. Het harde gedeelte was schuin aflopend naar zee. En er is niets zo vervelend als scheef lopen. Je hebt steeds het gevoel dat je ene been te kort is. Hij krijgt wat bouillon en thee te drinken; wisselt van schoenen en trekt een droog shirt aan. Na een handvol rozijn en wat brood pakt-ie de draad weer op. Hij gaat links af door het natuurgebied, wij volgen het fietspad tot vlak voor de duinovergang bij de Slufter. Een afstand van ongeveer 5 km tegen de wind in. Onderweg zeggen we tegen elkaar dat het heel zwaar zal worden voor de lopers tot aan de vuurtoren over een afstand van een zevental kilometers.

15 kilometer straffe tegenwind
Zwaar                                                                                                                                           Wij pikken Alco aan de voet van het duin weer op en we zien aan zijn gezicht en houding dat het niet zo soepel meer gaat als een uur of wat geleden. Hij staat even stil bij de verversingspost, gebruikt het een en ander, maar dan roept de plicht. We houden met zijn drieën de moed er in. Het tempo is gezakt tot iets meer dan 9 km/uur. Onderweg, zo rond het 30 km punt, zien we dat velen het moeilijk hebben. De gezichten staan strak en een lachje kan er niet meer af. De laatste 3 km tegen de wind in zijn uitzonderlijk zwaar. Het fietspad hebben ze zo aangelegd dat de hoogste duintoppen en de diepste duinpannen niet worden overgeslagen. Een enkeling moet dan ook berg op even wandelen. Wij proberen om de beurt Alco met verhalen over het weer, de mooie omgeving en nog wat onzin af te leiden. Maar of hij het hardlopen nog steeds heel leuk vindt, betwijfelen we.

Net na de vuurtoren, tijd voor wat fris en lekkers
De regie in andere handen                                                                   Eindelijk zijn we op de Vuurtorenweg. We slaan rechtsaf. De volgauto staat daar geduldig te wachten. Arjen, de onvolprezen mental coach deze dag, dirigeert Alco naar de auto om nog wat te eten. Even later als-ie weer op gang moet komen, moet-ie eerst een dertig tal meters wandelen. Ik krijg de indruk dat-ie het advies van Arjen met plezier op volgt. Tenslotte moeten er nog 25 km worden weggewerkt. Dus voort maar weer. Het is half wind. Het uitzicht op het wad is prachtig. Vlieland lijkt binnen handbereik. We wijzen Alco daarop. Hij ziet het wel, maar of het tot hem doordringt, is de vraag. Als hij de dijk omhoog moet, beveelt Arjen hem nogmaals te gaan wandelen. En ook deze keer wordt het advies zonder tegensputteren opgevolgd. Naar beneden lijkt het een makkie, maar niets is minder waar. Je moet je in bedwang houden, anders loop je jezelf letterlijk en figuurlijk over de kop. De weg onder aan de dijk, met de wind schuin van achteren en De Cocksdorp voor het grijpen, biedt een mogelijkheid om te herstellen. Maar onze held heeft het zwaar, het tempo ligt op en onder de 9km/uur. De achterstand op het schema is opgelopen tot ongeveer 20 minuten. Hij vraagt om eten en drinken, graait in de doos achter op de fiets van Arjen. Arjen adviseert een gelletje, maar dan reageert Alco als door een wesp gestoken en hij vertelt dat-ie last van zijn maag heeft en dat die gelletjes hem niets bevallen. Hij wil thee en bouillon. Als we hem voorbereiden dat dat nog wel even kan 

Op het juiste moment arriveerde het verzorgingsteam
duren, omdat we zo meteen over de dijk aan de wadkant lopen waar geen auto’s mogen komen, passeert gelukkig Jacqueline c.s. ons met de auto. Wij maken haar duidelijk dat ze even verderop moet stoppen. We passeren een ambulance die bezig is een onfortuinlijke collega loper op een brancard in de auto te schuiven. Alco kijkt op noch om, ziet alleen de eigen volgauto en valt aan op eten en drinken. Jacqueline weet haar bezorgdheid goed te verbloemen. Arjen neemt nu de regie volledig over. Hij maant Alco rustig te lopen, adviseert wanneer het verstandig is om (even) te wandelen, vraagt of-ie nog wat wil eten,  moedigt hem aan tot drinken en beveelt hem om even rust te nemen.
Het parcours langs het wad is vooral voor de volgers op de fiets een heerlijkheid. De zon schijnt en de wind blaast stevig in de rug. Het uitzicht is schitterend. Wij kunnen herstellen van onze inspanning, maar of dat het geval is bij het gros van de lopers, valt te bezien. Er wordt af en toe gewandeld. Geen wonder, want het is zwaar. Getekende en vermoeide gezichten. Zweet, het lichaam protesteert. De bewegingen worden wat houterig. Frustrerend is het voor menigeen van de 60 km als die “ellendige” estafette lopers je in halen. Zij zijn fris en lopen vrolijk fluitend hun 15 km. Wij houden een (bezorgd) oogje in het zeil en stellen vast dat het voor velen behoorlijk afzien is geworden. Wij lijden mee. Een eenzame loper, blijkbaar zonder volgers, vraagt om water. Het enige wat we hem kunnen zeggen is dat de verversingspost niet ver meer is.
Even later gaan we de dijk over en daar staan ze met water, banaan, sportdrank, sinaasappel. Arjen beveelt: “neem de tijd, rust even en drink vooral wat”. Maar we moeten verder. Nog een paar km en we zijn bij het laatste wisselpunt voor de estafette lopers. Een man in sportkleding schreeuwt tegen een estafetteloper dat-ie er een schepje boven op moet doen. Het komt wat onwezenlijk over zo tussen al die vermoeide lange afstandlopers.

Weer op jezelf aangewezen
Een oude bekende                                                                                                                  Daar passeert ons plotseling de man in het rood, de man met de lekkende rug/waterzak. Ik ga naast hem fietsen. Hij loopt soepel. Hij vertelt dat-ie zijn inzinking te boven is gekomen en dat hij vol vertrouwen de finish tegemoet gaat. Hij zal even rusten bij het wisselpunt en zijn kuiten (laten) masseren. Het wordt een informatief en leuk gesprek dat ik met hem heb. Want op mijn vraag of hij veel getraind heeft, schudt hij het hoofd en zegt: “twee weken geleden 47 km en daarvoor een paar keer ongeveer 2 uren”. Ik toon mijn bewondering. Maar daarvan is hij niet onderste boven. Hij vertelt dat-ie in de klas heeft gezeten bij Jan Knippenberg. Die heeft hem gekoppeld aan zijn vrouw. Jan Knippenberg was de pionier van de ultralopen en leraar geschiedenis op de OSG De Hogeberg te Texel en organisator van de 60 km van Texel. Hij is een aantal jaren terug overleden. Als een vorm van nagedachtenis had hij zich voor genomen eenmaal de 60 van Texel te lopen. Vandaar! Ik laat hem achter bij het wisselpunt.
Afscheid                                                                                                                                      Het is inmiddels kwart over drie. Een rekensommetje leert mij dat er nog een kleine 20 tal km te gaan zijn. Ik moet uiterlijk om 19.00 uur weer thuis zijn. Dus de boot van 17.00 uur!! Voorzichtig deel ik het Alco mee. Geen probleem; tenslotte moet hij lopen. En Arjen is er nog bij die hem met raad en daad terzijde zal staan. Bij de volgauto neemt Alco het er nog  even van. Hij schat in dat-ie nog een kleine twee uur werk heeft. Ik moet er niet aan denken. Hij komt moeizaam weer op gang. Gelukkig is de wind de lopers goed gezind. Even later neem ik afscheid. Ik fiets het gehele parcours uit. Eerst het dorpje Oost en daarna door Oosterend. Het valt me op dat er geen groepjes meer zijn. Iedereen worstelt zelf voort. Bij de een gaat het wat soepeler dan bij de ander.

Voor een impressie van de 60 van Texel


Blootsvoets                                                                                                                                  Bij een enkele eenzame loper kan ik de verleiding niet weerstaan om even mee te fietsen en een kort praatje te houden en ze moed in te spreken. Maar mijn gedachten zijn bij de man die ik in steek heb gelaten. Hoe zal het hem vergaan? Dan fiets ik een man, van ruim in de 50, achterop. Hij is blootsvoets. “Hoe gaat het? Goed!”, klinkt het opgewekt. Ik vraag naar zijn  ervaring op blote voeten. Het moet heerlijk zijn, maar als ik naar de weg kijk en hier en daar wat kleine steentjes zie liggen, kan ik dat maar nauwelijks geloven. “Tja, op het strand geloof ik dat graag, maar hier?” Toch bezweert hij mij dat het echt prettig loopt. Ik wens hem veel succes en vervolg mijn weg.

De start van de 60 van Texel


De laatste loodjes........                                                                                                                In Oudeschild passeer ik het bord 5km, een afstand die te overzien is. Maar dan met nog 4 km voor de boeg, buigt het parcours naar rechts. De wind komt weer recht van voren en alsof dat nog niet genoeg is op weg naar de finish, moet de Hoge Berg nog worden beklommen. Het parcours gaat twee maal berg op. Dat wordt afzien in het kwadraat. Ik passeer de een na de ander. Als ik een even opzij kijk, voel ik met ze mee. Zwaar getekende gezichten, hoorbaar gekreun. Een enkeling wandelt met stijve benen omhoog. Het lichaam lijdt hevig. Ik denk aan Alco en ik hoop dat-ie zonder kleerscheuren de finish haalt. Ik neem maar aan dat Arjen hem er wel door heen zal praten. Hij zal nog weleens terug denken aan zijn toch wel gebrekkige voorbereiding met te weinig kilometers in de benen. Dat zal hem  bij een eventuele volgende keer niet weer overkomen, denk ik.

De boot van 17.00 uur heb ik gehaald. Om goed half zeven gaat de telefoon. Karin: hij heeft het gehaald, hij had nog 8 minuten over!!!! Ik slaak een zucht van verlichting. Grote klasse!! Ik verbeeld me dat de spieren in mijn benen stijf en enigszins gevoelig zijn. Kun je nagaan!
Fietsende meeloper

Uitslag 60 van Texel, 1 april 2013, Alco de Jong 60km  6:52:27


woensdag 3 april 2013

BERENLOOP 2012


Berenloop 2012Het is een drukte van belang daar op West Terschelling, zondag de 4de november. Het is ieder jaar weer een wonder dat je elkaar treft op het afgesproken tijdstip en plaats. Maar uiteindelijk vind je elkaar altijd. Geduld moet je hebben, maar dat is het enige. We staan onder de Brandaris, dicht opeen gepakt. We maken ons klaar voor de warming up, niet geheel vrij van een gezonde spanning.
Spanning       
           
Een enkeling loopt nog even naar de tent van Running Center Leeuwarden en maakt een praatje. Het wordt drukker en drukker; we wachten op de dingen die gaan gebeuren. Er wordt veel en druk gepraat ,nog wat gegeten en gedronken; een banaantje, een muesli reepje, wat water. Sommigen moeten al weer naar het toilet; niet dat ze zenuwen hebben, neen dat is heus niet het geval! Als je moet dan moet je. De wachtrijen voor de toiletten nemen gestaag toe. Er zijn er meer die blijkbaar enige spanning voelen. De een na de ander raadpleegt voor de zoveelste keer zijn/haar horloge. Over spanning gesproken!

Warming up op het Groene Strand
Opwarmen
Plotseling laat onze onvolprezen trainer weten dat het zover is. Even later volgen we hem naar Het Groene Strand om de heupen rond te draaien, de tenen te strekken, de schouders los te maken, ons evenwicht te beproeven en om nog een paar versnellinkjes uit te voeren. De groep valt uiteen, zodra we terug zijn in de Dorpsstraat om een plekje te zoeken/veroveren in het startvak. We hebben nog een kwartier. Veel ruimte is er niet meer, of je moet geheel achteraan willen aansluiten. We klimmen over de hekken, maken ons klein en wurmen ons tussen de wachtenden. Wonderlijk, even later is er ruimte genoeg!

Wachten

Wachten is het devies. Er is veel afleiding; muziek, publiek, goede raadgevingen, elkaar moed inspreken, gewoon rondkijken naar al die anderen en het grote scherm. De tijd vliegt. De misthoorn klinkt heel duidelijk; nog even en dan gaan we los. Iedereen zoekt een plek om niet gehinderd te worden of om anderen niet voor de voeten te lopen. Dat kost moeite, maar het lukt. Eenmaal bij de haven is het leed geleden.

Eentonig
Ik realiseer me dat mijn verhalen eentonig worden. Moet ik nou weer vertellen dat  de helling bij Stay OK voor een enkeling al een schier onneembare barrière vormt, dat even later wanneer we aan de geleidelijke afdaling beginnen naar Halfweg er een groot aantal lopers is dat zich zelf niet helemaal in de hand heeft en een snelheid ontwikkelt die niemand voor mogelijk houdt, dat in de buurt van Hee er al een paar zijn die wandelend verder gaan? Moet ik weer vertellen dat het in Midsland en Formerum langs het parcours erg gezellig oogt, dat bier en wijn al rijkelijk vloeien, dat de muziek je over het eerste echte dode punt heen helpt, dat  bij de verversingsposten veel bekertjes, sinaasappelschillen en sponzen op de grond liggen? Dat ik op weg naar E10, de afslag in noordelijke richting naar het strand, nog steeds in een flow loop. Dat niet ik, maar de mensen om mij heen,  al denken aan het strand! Dat ik de strandopgang nog redelijk fit neem en dat er velen zijn die omhoog wandelen? Dat ik bijna ben gevallen toen ik naar beneden rende? Moet ik nou weer vertellen dat het op het strand deze keer weer meevalt en dat je opgewekt naar Paal 8 loopt? Of dat ik het verrekte moeilijk heb gehad daar waar je het strand verlaat? Eerst omhoog, dan weer naar beneden om vervolgens de verversingspost maar over te slaan om in een aangenaam tempo nog een keer het duin op te lopen? Dat als je boven bent je spijt hebt dat je geen water hebt aangepakt? Om nog maar te zwijgen van het vals plat dat volgt. Tenslotte denk je, als je aan de rand van West bent gekomen rechtdoor naar de Brandaris te kunnen lopen, maar dat de organisatie je onverbiddelijk  nog even een stukje door het dorp en langs de haven laat lopen? Dat je de laatste helling richting rode loper zuchtend en steunend neemt om dan tenslotte met een glimlach op de finish af te gaan?

De waarheid
Ik loop vandaag vanaf de start zeker tot aan het strand “gemakkelijk”. Het tempo is goed voor een persoonlijk record. Dat houdt me bezig en ik vraag me bij tijd en wijle af of ik dit wel kan volhouden. Ik sluit me aan bij een groepje van drie. Ze horen blijkbaar bij elkaar, want ze hebben een zelfde shirt. Helaas zonder opdruk. Ze zijn druk in gesprek over die anderen uit hun groep die weer zo verkouden waren, te weinig getraind hadden, licht geblesseerd waren, niet goed geslapen hadden, het zo druk hebben gehad op het werk. Het is ook altijd hetzelfde: zet een groep hardlopers bij elkaar en tien tegen een gaat het gesprek over het zich alvast indekken voor een tegenvallende prestatie. Ik ben inmiddels Hee en Baaiduinen voorbij en ik maak me op om Midsland binnen te lopen. Het valt me op dat het daar drukker is dan andere jaren en ........... dat de Berenpoten op het wegdek van de Dorpsstraat ontbreken. Dan realiseer ik me dat de feestelijke aankleding van het gehele parcours wat minder is en dat het vlaggetjes vertoon schijnbaar te lijden heeft onder de economische crisis. Ik vervolg mijn weg naar Formerum. Ook hier veel toeschouwers die je bemoedigend toe roepen dat het niet heus niet ver meer is. Wij weten dat dat niet waar is, we laten ze maar in die waan. Bij de verversingspost neem ik een spons. Dan zie een shirt met de opdruk Heerenveen. Als ik naast de man loop herinner ik hem er aan dat op dit moment Heerenveen tegen PEC Zwolle voetbalt en dat ik hoop dat “wij” winnen. Hij laat me weten dat het hem geen moer kan schelen: “ik loop als een krant, het gaat slecht!” Als ik hem sterkte toewens zie ik vanuit een ooghoek dat-ie is gaan wandelen. Het is niet anders. Op het strand is het zwaar, mijn tempo is gezakt en mijn voeten zakken ook, maar dan in het natte zand. Ik worstel en kom boven, maar dat is pas bij Paal 8. En even later ben ik op de Longway. De man met de hamer is er ook. Hij is niet te zien, wel te voelen. Hij deelt mij een tik(je) uit. Gelukkig ben ik niet de enige, ik blijf namelijk in hetzelfde gezelschap als op het strand. Ik heb de neiging te gaan somberen. Mijn benen worden zwaar en de ademhaling ook. “Het is een longway to Tipperary” lees ik op het bord aan de linkerkant net voordat we het bos in gaan. In gedachten zie ik de hele weg tot de finish ook voor me. Dan verman ik me: “het eind is tenslotte in zicht, ook al zie ik het niet, de laatste kilometers zijn aangebroken, de herfstkleuren overheersen het beeld, een tweetal fietsers maakt ruimte om ons te laten passeren, even voor mij loopt een vrouw met hond enkele tientallen meters in looppas naast haar man, naar ik veronderstel. Als zij moet afhaken wil Bello nog wel verder meerennen met de baas. Uit alle macht houdt de vrouw de hond in bedwang en als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat het tempo ongemerkt weer wat is toegenomen. Nog even het rondje dorp en dan die laatste paar honderd meter. Het is oppassen geblazen daar in het dorp. Paaltjes, stoepranden, ongelijk liggende stenen en tegels kunnen het vroegtijdig einde betekenen van al je inspanningen. Maar het gaat goed. Nog even dat laatste klimmetje, een bocht naar links nog een naar rechts en weer een naar rechts .........  de bevrijding! De rode loper doet de ergste vermoeidheid vergeten. Je krijgt een stuk wit plastic om je warm te houden, je drinkt wat, je realiseert je dat het er weer op zit.

finish over de rode loper
Je kijkt eens om je heen; geen bekenden aan wie je je verhaal kwijt kan, of toch; een herkenbaar shirt. Dat moet dus iemand van je eigen groep zijn. Je wringt je door de mensenmassa. Je trekt hem aan zijn mouw. Je wisselt je tijden uit, je toont je opgelucht en tevreden. Dat geldt voor hem ook. Dan komen er nog meer bekenden. Opgewonden doet iedereen zijn verhaal. Je spreekt je bewondering uit voor ieders prestatie. Je haalt je nieuwe Berenloop shirt op. Je neemt wat nog bouillon en of wat water, een schijf sinaasappel en ieder gaat zijns weegs. Vanavond ontmoet je elkaar weer bij Hessel voor de champagne. Dan heb je het er nog eens even over.

Jammer dat het weer voorbij is en je beseft dat de Berenloop meer is dan een loopevenement, meer dan een halve of hele marathon. Het is een sfeervol evenement, een ontmoetingsmoment van en voor oude bekenden, van een feest in gepaste vreugde, van plezier beleven aan en in het lopen, van ontberingen, van kreunen, steunen en hijgen, van worstelen met je conditie, van verleiding om je zelf voorbij te lopen en dat is het.

Meeloper